Symptomen / kenmerken dyslexie

• Dyslexie is een “automatiseringsprobleem”. Het kind kan niet snel genoeg letters koppelen aan klanken en klanken aan letters (bijv. schrijf op “leuk”: l-eu? eu? eu? hoe was de “eu” ook al weer?).
• Het verwerken van klanken geeft problemen:
  • je kunt moeite hebben met het horen van verschillen tussen klanken als “m en n”, “p en b”, “s en z”, “f en v” en “e,u,i” en “eu, ui, oe,ou”.
  • je kunt problemen hebben met het in de goede volgorde zetten van klanken (bijv. “drop” ipv “dorp”, “kueken” ipv “keuken”).
  • je kunt moeite hebben met het inprenten en vasthouden van reeksen (bijv.: de tafels, de spellingsregels).

Dit uit zich als volgt:

• 1 Achterstanden bij lezen en/of spelling (vaak in verhouding slechtere scores hebben bij lezen en/of spelling):
  • A. Het technisch lezen kan problemen geven:
    • bijv. té spellend blijven ontsleutelen (bijv.: d-r-o-p = drop).
    • bijv. té vóórspellend (= radend) ontsleutelen (bijv.: “de ruit is stuk ipv de ruit is kapot”).
    • té langzaam/te traag lezen.
  • B. Spelling kan problemen geven:
    • bijv. moeite hebben om de klank aan het teken (= letter) te koppelen (bijv.: schrijf op “leuk” l-eu? eu? eu? hoe was de “eu” ook al weer?)
    Voorbeelden van spellingsproblemen zijn:
    • het vlauven zout ipv het flauwe zout
    • de velen pauw ipv de felle pauw
    • de bluwu zelbood ipv de blauwe zeilboot
    • de kuekenduer ipv de keukendeur
    • de greisen gijten ipv de grijze geiten
    • de luije sjoofeur ipv de luie chauffeur
    • de ruet ipv de ruit
    • verschijnende ipv verscheidene
    • het grouwe woningkje ipv het grauwe woninkje
    • de orginelen solisitant ipv de originele sollicitant
    • antoosiast ipv enthousiast
  • Engelse voorbeelden:
    • quiete right ipv quite right
    • right ipv write
    • right ipv ride
    • the flue ipv the flu
    • fourious ipv furious
    • theater audiance ipv theatre audience
    • a lojer ipv a lawyer
    • skwair ipv square

• 2. Problemen hebben met de fonologische vaardigheden (bijv: ik zeg het woordje “dorp”. Laat de derde letter weg. Welk woordje krijg je dan? “dop”).

• 3 Daarnaast kunnen de volgende dingen nog opvallen:
  • graag bijwijzen met een vinger bij de regel.
  • regelmatig tweemaal dezelfde regel lezen.
  • regelmatig een regel overslaan.
  • kleine woordjes overslaan bij lezen.
  • letter(s) binnen het woord weglaten.
  • over hoofdpijn klagen (vaak in de loop van de dag).
  • geen goed geautomatiseerde voorkeurshand hebben (bijv rechts schrijven, maar bij “doe”-werkjes vaak de linkerhand inschakelen).
  • problemen met de informatieverwerking, bijv. met waarnemen, luisteren, geheugen.
  • tijd tekort komen bij proefwerken, so’s en examens.